logo

Hooggevoeligheid en spanningsklachten

Wanneer je erg gevoelig bent voor prikkels uit je omgeving, heeft dat invloed op hoe je je voelt. Als je zintuigen scherper staan afgesteld, komen indrukken en ervaringen sterker binnen en kun je relatief meer en sneller last hebben van spanning.

Dit kan zich uiten in klachten als vermoeidheid, een vol hoofd, duizeligheid, hoofdpijn, buikpijn, hyperventilatie, verkramping, pijn in je borst, trillerigheid, misselijkheid of pijn in je benen, armen, nek of schouders.

Een gevoelige puber kan last hebben van het rumoer in de klas, de sociale druk en de hoeveelheid huiswerk die op zijn schouders drukt. Onzekerheid in het contact met anderen, moeite hebben met plannen en moeten voldoen aan verwachtingen kan veel spanning opleveren, waardoor de puber niet lekker in zijn vel zit. Klik hier voor houding en zelfbeeld.

Door spanning gaat de ademhaling meestal naar omhoog, waardoor een borstademhaling ontstaat. Deze manier van ademen zorgt vaak voor buikpijn, misselijkheid, gespannen nek- en schouderspieren en hoofdpijn. Klik hier voor ademtherapie bij kinderen.

Op volwassen leeftijd kan bijvoorbeeld een te drukke werkplek voor teveel prikkels zorgen, waardoor je gespannen raakt en minder kunt hebben. Je gevoeligheid kan ook tijdelijk hoger zijn. Dit kan gebeuren bij langdurige stress, oververmoeidheid, weinig weerstand of een burn-out. Klik hier voor behandeling bij Burn-out

In mijn praktijk begeleid ik pubers, jongeren en volwassen met pijn- en spanningsklachten, die samenhangen met een hoge gevoeligheid. Ik behandel ook patienten bij wie de hooggevoeligheid een onderdeel is van het hoogbegaafd zijn of van autisme. Klik hier voor behandeling bij autisme.

Afhankelijk van de aard van de klachten kan ik in ongeveer twaalf sessies je leren hoe je meer controle kunt krijgen over de spanning in je lijf. In een individuele therapie werk je aan:

* verminderen van je fysieke klachten;
* beter ontspannen;
* je hoofd leeg leren maken;
* goed aarden;
* een weerbare lichaamshouding en ontspannen ademhaling;
* in contact met anderen bij jezelf blijven;
* balans vinden tussen activiteit en rust;
* rekening houden met je eigen grenzen;
* omgaan met lichamelijke stressreacties.